Kronkels van een 40-er van het mannelijk geslacht

Het Doorgeefhuis

Iedereen heeft in zijn leven een moment dat ie verlangt naar het Doorgeefhuis. Echter niemand wil er blijven wonen. Daarom zijn de meeste bewoners tijdelijke passanten.

Je gaat het Doorgeefhuis binnen via een kleine voordeur. Als je het doorgeefhuis in gaat heb je niet veel bij je. Eigenlijk alleen een koffer met wat kleding, een toilettas en hoop op een betere toekomst. Het doorgeefhuis beschikt over vier enorm dikke en goed geisoleerde buitenmuren zodat de buitenwereld geen last heeft van wat er in het huis gebeurt.

Het doorgeefhuis beschikt over meer kamers dan je je kunt bedenken, allemaal voor jou om mee te doen wat je wilt. Daardoor heeft iedere kamer heeft zo zijn eigen kleuren, zijn vaste bezoekers, herinneringen en geluiden. Je hoort er de echo van feesten, muziek, vrijpartijen en toekomstdromen. Maar ook van stilte, verdriet en twijfel.

Het doorgeefhuis heeft aan de achterkant twee enorme grote openslaande deuren. Deze deuren bieden voldoende ruimte aan alle mooie bezittingen die je had maar was vergeten en alle nieuwe plannen, idealen en de rijkdom die je in het doorgeefhuis hebt vergaard.

Laatst liep ik langs het doorgeefhuis. Door de ramen zag ik de bewoners van de ene naar de andere kamer rennen, naakt en vol leven, passie en zonder grenzen. Ik kon rustig door de tuin van het huis lopen want zij hadden alleen oog voor zichzelf. Achter het huis zag ik iemand staan met een verhuisdoos in zijn handen. Hij gaf de doos aan zijn broer die in de verhuiswagen de doos aanpakte en opborg. Nadat de man de deur van de verhuiswagen had dichtgedaan en er twee klappen op gegeven had zodat de bestuurder wist dat ie kon gaan rijden, draaide hij zich om. Hij keek net als ik door de grote openstaande deuren naar de bewoners in het huis en glimlachtte naar mij. Vervolgens kustte hij zijn geliefde en samen reden ze weg.

Ik liep terug naar de voorkant van het huis. Terwijl ik mijn pad vervolgde viel mijn oog op een man aan de overkant van de straat. Hij zag mij niet, maar ik werd getroffen door de paniek in zijn ogen. Ik riep naar hem: een stukje verder is het doorgeefhuis, 50 meter links bij de kleine deur, je kunt het niet missen.

Met veel moeite stak hij zijn hand omhoog om me nog te bedanken. Ik volgde hem met mijn ogen en zag hem naar binnen gaan door het kleine deurtje.

Even dacht ik terug aan het moment dat ik net als die man door het kleine deurtje naar binnen was gegaan. Mijn relatie beëindigd en geen plek om naar toe te gaan. Ik deed mijn handen in mijn jaszakken en ik voelde mijn huissleutel in mijn hand. Met een grote glimlach op mijn gezicht vervolgde ik mijn pad terwijl ik vrolijk een liedje fluitte.

Eén reactie

  1. Karien

    Wat ontzettend mooi ! Nog mooier dan ik me herinner…….

    11 oktober 2010 om 11:24 pm